Als je de ideale benzine kunt schetsen, dan kom je bij Aspen uit.

Als je de ideale benzine kunt schetsen, dan kom je bij Aspen uit.

Ernst van Gelder is één van de drie gebroeders Van Gelder. Hij is namens GVG geïnterviewd door NL Greenlabel over onder andere GVG, Aspen en onze kijk op elektrificatie.

Kun je iets over je bedrijf vertellen?

Ik heb het familiebedrijf samen met mijn broers Peter en Frans ruim twintig jaar geleden van onze vader overgenomen. Ondertussen zijn we de derde generatie die het bedrijft leidt. We richten ons op nichemarkten, niet op de bulkproductie. We zijn zeker geen petrolheads en zoeken steeds naar innovaties om het nog zuiniger en schoner te doen. Ons bedrijf heeft daarom een relatief grote R&D-afdeling zodat we eigen brandstoffen, smeermiddelen en reinigers kunnen ontwikkelen. Dit heeft ook mijn interesse. Ondanks mijn achtergrond als werktuigbouwkundig ingenieur ben ik steeds verder gefascineerd geraakt door de chemie van o.a. brandstoffen.

Een van onze belangrijkste producten is Aspen, we zijn exclusief importeur voor de Benelux en beschikken over een fijnmazig dealernetwerk om klanten te ondersteunen. Aspen is ondertussen de standaardkeuze voor het handgedragen gereedschap van hoveniers. Denk daarbij aan kettingzagen, maaiers en bladblazers die draaien op relatief eenvoudige twee- of viertaktmotoren die, anders dan ontwikkelde automotoren, niet alles verbranden. Daardoor stoten ze schadelijke stoffen als zwavel, benzeen en aromaten uit. Aspen alkylaatbenzine bevat vrijwel geen van deze schadelijke stoffen omdat het op een speciale wijze is geraffineerd. Dat is beter voor mens en omgeving.

Vrijwel vanaf het begin van het bestaan van Aspen werken we met ze samen. Dat is ondertussen dertig jaar geleden. Hun product is superieur. Als je op papier een ideale benzine kunt schetsen, dan kom je bij Aspen uit. Het is grotendeels uitontwikkeld. Hun diesel is ondertussen zelfs fossielvrij, die wordt gemaakt uit plantaardige reststromen.


Ondertussen wordt er veel ingezet op elektrificatie, ook van het gereedschap van hoveniers en groenbeheerders. Hoe zien jullie deze ontwikkeling?

Dat is een mooie ontwikkeling, wij staan daar positief tegenover. Als het schoner kan, dan moet je dat doen. Om die reden zijn we dertig jaar geleden, geheel tegen de stroom in, begonnen met de verkoop van Aspen. De groensector moest er toen niets van hebben. Ondertussen is het de standaard.

Maar je moet je wel bedenken of elektrificeren altijd de beste oplossing is. Ik ben geen tegenstander van accu’s, maar die hebben ook een voetafdruk. Als gereedschap weinig wordt gebruikt, is het de vraag of vervanging de beste keuze is op basis van de gehele levenscyclus.

In het algemeen geloof ik in diversificatie. De energietransitie is een enorme opgave waar we iedereen voor nodig hebben. Zeker politici hebben de neiging om een bepaalde oplossing als holy grail te beschouwen, terwijl je altijd naar de situatie moet kijken. Bepaald materieel kun je op dit moment simpelweg niet elektrificeren. Dan is het zaak om realistisch te zijn en te kijken hoe je dan nu al zo schoon mogelijk kunt werken. Onze brandstoffen beschouw ik als belangrijk onderdeel van deze mix. Overigens zie je dat ook terug in de cijfers. De vraag naar grote hoeveelheden producten die zijn gemaakt van fossiele grondstoffen daalt, maar de afzet van zulke producten voor nichemarkten stijgt juist.


Jullie zijn sinds januari 2020 partner van NL Greenlabel. Waarom zijn jullie het netwerk toegetreden?

Allereerst kunnen we op deze manier waardevolle contacten opdoen, hoveniers en groenvoorzieners vormen namelijk een belangrijke klantengroep van ons. Daarnaast beschouw ik NL Greenlabel als een intermediair die gesteund door een brede achterban kan aangeven hoe er over bepaalde thema’s wordt gedacht. De stedelijke vergroening heeft tal van voordelen. Het is belangrijk dat er blijvende aandacht is voor deze baten en dat overheden worden geadviseerd welke maatregelen wenselijk zijn.



Naar de Aspen website